11 2023
“We moeten een gemeenschappelijke taal vinden die weerklank vindt over grenzen en ervaringen heen.”
Een verslag over de conferentie "Allied Grounds"
Begin oktober vond in Berlijn de internationale conferentie plaats onder de hoofding Allied Grounds. Thema van de conferentie was de sociale kwestie en de klimaatcrisis. De conferentie was het hoogtepunt van een jaarlijks project van de Berliner Gazette (BG) dat twee verwante, maar zelden verbonden constellaties onderzocht: “In het Zuiden is de zorg voor het milieu een integraal onderdeel van de strijd van de onderdrukte klassen tegen onteigening, uitbuiting en extractivisme, letterlijk sinds de koloniaal-kapitalistische verovering van de Nieuwe Wereld. In het Noorden daarentegen ontstond het milieuactivisme van de werkende klasse in de 19e eeuw als reactie op de industrialisatie en verstedelijking, terwijl de arbeiders- en milieubewegingen pas de laatste jaren hun potentieel tot bondgenootschap hebben herwonnen.”
Experimenten in vorm
Terwijl de avondpanels toegankelijk waren voor het grote publiek, brachten de workshops overdag deelnemers samen uit verschillende landen zoals Australië, Bosnië en Herzegovina, Canada, Griekenland, Italië, Kenia, Iran, India, Indonesië, Peru, Mexico, Wit-Rusland, Portugal, Roemenië, Zuid-Soedan, Spanje en Turkije. De conferentie werd georganiseerd door Berliner Gazette, een onafhankelijk mediakanaal dat in 1999 werd opgericht, en werd gesteund door een breed scala aan instellingen en organisaties. Vooral de workshops waren uniek qua vorm en inhoud. Drie dagen lang hadden vijf werkgroepen van ongeveer tien deelnemers de taak om te discussiëren over een output die op verschillende platforms verspreid kon worden. Deze “trechter”-methode, ook bekend als een hackathon (een samentrekking van hacking en marathon), is gebaseerd op een delicaat evenwicht tussen horizontale uitwisseling en het nastreven van een tastbaar doel dat tegen het einde van de conferentie bereikt moet zijn.
De brainstormsessies hielpen bij het identificeren van een gemeenschappelijk probleem en stuurden de discussies in de richting van samenwerking die zou uitmonden in een gezamenlijke creatie. Vijf thema’s werden voorgesteld voor debat, maar zonder te definiëren hoe erover moest worden nagedacht of wat het resultaat van de discussie zou kunnen zijn: “Eco-Internationalisme voor iedereen?”, “(On)werkende Balkan”, “Jobs vs. Natuur?"” “Milieuactivisme van de arbeidersklasse” en “Het Eco-Fascisme ontmantelen”.
Om deze kwesties van tevoren aan te pakken, had Berliner Gazette in zijn online krant een forum gecreëerd dat zich richtte op de belangrijkste kwesties van het thema Allied Grounds. Tijdens de conferentie diende dit corpus van teksten als een soort impliciete referentie, wat de dialoog over zeer brede en onderling verbonden kwesties toch wel vergemakkelijkte. Alle deelnemers aan de conferentie waren dus tegelijkertijd actoren, moderatoren en publiek.
Verweving van onderwerpen en thema's
Een van de originele kenmerken van de conferentie is de verweving van onderwerpen en thema’s die in de media en de academische wereld meestal los van elkaar worden benaderd. Bijvoorbeeld: De klimaatcrisis werd benaderd vanuit een mondiaal perspectief maar met erkenning van de geografische en sociale hiërarchie van situaties. De voedselcrisis in het globale zuiden en de migratiebewegingen kunnen niet worden begrepen zonder rekening te houden met de vernietiging van natuurlijke ecosystemen, de neoliberale globalisering en de systeemcrisis van het kapitalisme.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat “eco-fascisme” herhaaldelijk ter sprake kwam op de conferentie. Dit begrip is tegenwoordig ook een uiterst-rechts ordewoord geworden, als hashtag op sociale netwerken tegen onder andere de “eco-socialistische regering in Berlijn”, Fridays for Future (waarbij openbaar Vervoer wordt gepromoot als alternatief op autoverkeer) of ten opzichte van. Allen worden beschuldigd van het invoeren van een “eco-dictatuur” ofte een ecofascisme. Maar het vertoog van Marine Le Pen in Frankrijk volstaat om in te zien wat ecofacsisme écht betekent. Net als andere uiterst-rechtse politici omarmt Le Pen een ecologisch lokalisme waarin immigranten worden vergeleken met uitheemse invasieve soorten, terwijl haar openlijk radicaal-rechtse partij slogans verkondigt als “grenzen zijn de grootste bondgenoten van het milieu, door hen zullen we de planeet redden”. Vergelijkbare vertogen bestaan in landen als de Verenigde Staten en Oostenrijk. De rechtse fetisjisering van de natuur, zoals de discussies op de conferentie suggereerden, kan worden begrepen als een “antwoord” op de klimaatcrisis dat volgt op de fase van ontkenning, maar nog steeds weigert om de systemische aard van de klimaatcrisis in te zien trekken. Door te proberen de bestaansvoorwaarden van de rijke en bevoorrechte (meestal blanke) klassen in het kapitalisme veilig te stellen, legt uiterst rechts ook de blinde vlekken bloot van het groene kapitalisme, dat de banden tussen sociale strijd en klimaatstrijd ook probeert in te dammen, net zoals men hierbij allianties tussen arbeiders en wereldwijde milieurechtvaardigheid tracht te voorkomen.
Maar het opbouwen van duurzame allianties gebeurt allesbehalve spontaan. Hoewel er een groeiend besef is dat de oorzaken van de klimaatcrisis het product zijn van een stuurloos “raciaal kapitaloceen” (Françoise Vergès), is dat op zich verre van voldoende om strijd die zowel sterk verspreid als gefragmenteerd is samen te brengen. Voor Krystian Woznicki en Magdalena Taube, de curatoren en hoofdorganisatoren van de conferentie, is dit precies wat deze conferenties en de methodologie die ze al bijna 24 jaar gebruiken rechtvaardigt: “Om allianties te vormen en ons te verenigen, om de niet-overtuigden en de aarzelende mensen te bereiken, moeten we een gemeenschappelijke taal vinden die weerklank vindt over grenzen en ervaringen heen. Voordat we een gemeenschappelijk verhaal kunnen vertellen, moeten we elkaar begrijpen en met elkaar kunnen praten. Dit is in de eerste plaats een praktische kwestie, wat ongetwijfeld de reden is waarom we altijd zo’n breed scala aan mensen hebben samengebracht – activisten, onderzoekers, journalisten en creatieve kunstenaars. Het resultaat is nooit gegarandeerd, het is open.”
Een oefening in creativiteit, samenwerking en leren luisteren
De resultaten van de workshops, aan het einde van drie dagen van intensieve discussies, lijken misschien bescheiden, maar ze hebben een aanzienlijk potentieel van vermenigvuldiging. De groep over ecofascisme, wiens inzichten ik hierboven deelde, heeft een serie flashcards gemaakt die de belangrijkste stereotypen van ecofascisten ontkrachten. De groep over milieuactivisme van de arbeidersklasse heeft ervoor gekozen om zich te richten op duurzaam werk en het maken van een online woordenlijst die alle bronnen en ervaringen samenbrengt die de dynamiek rond deze aspecten kunnen versterken en uitbreiden. We kunnen in willekeurige volgorde noemen: de reconversie van gerecupereerde en zelfbeheerde fabrieken, de strijd voor gezondheid op de werkvloer en tegen de toxiciteit van de productie, zowel voor arbeiders als voor omwonenden, de strijd van boeren tegen de privatisering van landbouwgrond, de mobilisaties voor de uitboeuw van openbaar vervoer, enzovoort.
De groep over eco-internationalisme werkte aan een platformmanifest, waarvan de eerste regels luiden: “Dit manifest behoort toe aan Het Platform, een netwerk van gekraakte olieplatforms in de oceaan. Het Platform is een levend lichaam, bewoond door andere lichamen, die hun netwerk van afhankelijkheid co-creëren. Er groeit onkruid tussen de zonnepanelen en de hardware. De verbindingen binnen het netwerk zijn fragiel en instabiel. Achter dit Manifest zit een droom van eco-internationalisme voor iedereen.” Ondertussen creëerde de groep die zich bezighoudt met ecologische en arbeidersstrijd in de Balkan een mobilisatiemodel geïnspireerd door klimaatkampen voor een bijeenkomst van netwerken en bewegingen volgend jaar juni in Bosnië en Herzegovina, Kosovo of Servië. Een andere groep, die zich bezighoudt met de door het kapitalisme opgelegde tegenstelling tussen arbeid en natuur, verliet de conferentiezaal, de Beurs voor Democratie en Mensenrechten, om micro-trottoir interviews af te nemen, waarbij voorbijgangers om hun reactie werd gevraagd op slogans die eerder op bushaltes en treinstations op advertenties voor ecologisch destructieve en economisch oneerlijke producten waren geplakt, zoals “Wat wil je produceren met je werk?”.
Procesgeoriënteerde, do-it-yourself, dissidente openbare ruimtes
Voor Krystian Woznicki en Magdalena Taube is elke conferentie zowel een nieuwe ervaring, anders dan voorgaande, als de voortzetting van een creatief experiment dat niets te maken heeft met een seminar of een academisch colloquium, maar uitdrukking geeft aan de kortstondige verschijning van een dissidente openbare ruimte. Deze benadering heeft enige verwantschap met de creatie van oppositionele publieke ruimtes die bepleit werd door theoretici van de Frankfurter Schule zoals Oskar Negt. Het weerspiegelt ook de geest van procesgeoriënteerde projecten (zoals Documenta X in Kassel, gecureerd door Catherine David). Of de wereldwijde DIY-cultuur: Maken wat niet bestaat terwijl dat wel zou moeten. De aanpak is dus grenzeloos, evolutionair, open en veelzijdig. De de sporen die het achterlaat en de navolging die het kan uitlokken zijn zeker veel breder dan de onmiddellijk herkenbare signalen die zo’n project de wereld instuurt, en dat is maar goed ook.
Aan het einde van de dag, na de hackathon-achtige sessies en een lange pauzes, kwamen de workshopgasten samen voor lezingen waarvoor ook het grote publiek was uitgenodigd.
Afschaffen van groei, maar niet van het kapitalisme dat die groei produceert?
Het eerste openbare gesprek op 5 oktober ging over potentiële actoren voor systemische verandering. Het gesprek werd geleid door Claudia Núñez, een in Mexico geboren journalist voor de afdeling Migratie en Grenzen van de Los Angeles Times en medeoprichter van MigraHack. De presentaties richtten zich op de verbanden tussen de klimaatcrisis en migratiestromen, de bestaanreden van grenzen (van papieren grenzen tot prikkeldraad) en de daaruit voortvloeiende internationale arbeidsdeling. Jennifer Kamau, medeoprichtster van de International Women Space in Berlijn, een initiatief van en voor migranten- en vluchtelingenvrouwen, legde uit hoe de benarde situatie van de plattelandsbevolking in Kenia nauw samenhangt met het feit dat de lokale productie wordt afgestemd op de Europese markten. Zo is 60% van de bloemen die in Duitsland worden verkocht afkomstig uit Kenia. Industriële irrigatie en monocultuur leiden tot uitputting van de grond en een enorme afhankelijkheid van de import van graan, vooral uit Oekraïne en Rusland, wat onvermijdelijk leidt tot meer onteigening, ontheemding en migratiedruk.
Florin Poenaru (Boekarest) nam het kritisch-realistische standpunt in dat de huidige situatie in de nabije toekomst waarschijnlijk niet zal snel verbeteren. Groen kapitalisme is een magische visie die beweert het probleem op te lossen met datgene wat het in de eerste plaats heeft veroorzaakt. Het idee van ontgroeiing (degrowth) is al even “magisch”, omdat we af willen van groei, maar niet van het kapitalisme dat die groei produceert. Reproduceert dit niet het probleem terwijl het beweert de oplossing te bieden? Hoe dan ook, een bepaald soort klein-burgerlijk radicaal milieuactivisme zal net zo nutteloos zijn: degenen die burgerlijke ongehoorzaamheid, het doornijden van SUV-banden of het saboteren van pijpleidingen bepleiten, zijn in werkelijkheid op zoek naar de elites. De actie is er op gericht aandacht van de elites te trekken om hen te overtuigen het probleem op te lossen. Het blijft nog altijd magie!
Het probleem is natuurlijk ook dat men vandaag makkelijker het einde van de wereld kan inbeelden dan het einde of het verdwijnen van het kapitalisme. Er is geen eenvoudig antwoord, maar er is werk aan de winkel om de natuurlijke omgeving te herpolitiseren, om te proberen een natuurlijk evenwicht te herstellen voor zover dat mogelijk is, en tegelijkertijd de toekomst van de mensheid op te nemen door de meest kwetsbaren en uitgebuitenen mondiger te maken: de vluchteling- en migrantenarbeiders.
De Green New Deal in Europa op de helling
De tweede openbare lezing op 6 oktober werd gepresenteerd door Rositsa Kratunkova, lid van verschillende collectieven die zich inzetten voor sociale rechtvaardigheid in Bulgarije, en ging over arbeidersmilieuactivisme. Deelnemers waren onder andere Svjetlana Nedimović, uit Sarajevo, een filosofe, activiste en animator Pulse of Democracy – een online publicatie voor kritische analyse van de Balkan; Paola Imperatore uit Turijn, een wetenschapster-activiste die betrokken is bij de strijd voor de ecologische reconversie van GKN in Firenze; en Francesca Gabbriellini, uit Bologna, een historica en onderzoekster die ook betrokken is bij deze strijd. De toespraken, even rijk als voorgaande, concentreerden zich op de tegenstrijdige aspecten van de Green New Deal in Europa.
Nedimović reflecteerde over de milieucrisis en ecologische transitie in Bosnië, waar mijnwerkersgemeenschappen in staat zijn om sterke druk uit te oefenen en de strijd voor economische en ecologische rechtvaardigheid te leiden, maar hun momentum lijken te hebben verloren in een situatie waarin de Europese agenda milieumaatregelen eist en tegelijkertijd extractivistische roofbouw toelaat. De ervaring van GKN, een voormalige leverancier van onderdelen en componenten (aandrijfassen) aan de auto-industrie, dat sinds de zomer van 2021 bezet wordt en waarvan het fabriekscomité een overgang promoot naar het leveren van onderdelen en componenten voor het openbaar vervoer (treinen en bussen) – deze ervaring laat zien dat creatieve en vindingrijke grassroots initiatieven, wanneer ze gebaseerd zijn op gefundeerde allianties tussen degenen die direct getroffen worden met betrekking tot hun jobs bredere gemeenschappen van gemobiliseerde inwoners, een impact kunnen hebben die veel verder reikt dan de onmiddellijke of lokale situatie.
Conversatie over ruimten, schalen en subjectiviteiten heen
De derde en laatste openbare lezing op 7 oktober werd gegeven door eco-feministisch onderzoekster Anna Saave en ging over het bouwen van bruggen tussen strijd. Dario Azzelini, vorser in New York en Mexico City, presenteerde zijn kritische visie over duurzame banen, die een focus voor mobilisatie kunnen zijn, zolang ze de ook vraag opwerpen hoe productie wordt uitgevoerd en wat de doelen ervan zijn. Lorenzo Feltrin uit Birmingham blikte terug op de strijd van arbeiders tegen toxiciteit van arbeid in de breedste zin van het woord, met inbegrip van zowel geestelijke als lichamelijke gezondheid. Het overwinnen van de kloof tussen productie en reproductie is ongetwijfeld een van de voorwaarden die nodig zijn om mobilisaties in een duurzame richting te sturen. Tegelijkertijd veranderen en breiden de waardeketens (value chains) van het kapitaal zich uit op manieren die het moeilijker maken om arbeiders in verzet te identificeren en solidariteitsbanden te smeden.
Brett Neilson, Sydney, auteur van boeken als “The Politics of Operation”, richtte zijn presentatie op de kwestie van het vertalen en gemeengoed maken van de talen van het verzet. De kwestie is niet linguïstiek maar sociaal, in die zin dat het een vergelijkbare subalterne positionering over territoriale of culturele grenzen heen vereist. Een vertaalpolitiek moet het mogelijk maken om strijd en solidariteit te articuleren en met elkaar in gesprek te gaan over ruimten, schalen en subjectiviteiten heen. Weten hoe je moet decenteren is zeker een andere belangrijke voorwaarde. De kritiek op dieren-arbeid is bijvoorbeeld zowel zeer noordelijk georiënteerd als een uiting van een soort ontologische horizontaliteit die alle vormen van levende wezens door elkaar haalt. Bovendien impliceert de erkenning van het verschil in aard tussen levende levensvormen niet noodzakelijkerwijs een relatie van onderwerping of uitbuiting.
De conferentie “Allied Grounds” was een unieke, vluchtige ervaring. Deze nieuwe editie van de jaarlijkse conferenties van de Berliner Gazette drukte haar stempel op de collectieve productie en output en was, net als de voorgaande edities, zij het ongetwijfeld op een andere manier, een bron van inspiratie en energie. Deze drie dagen waren een praktische demonstratie dat collectieve intelligentie, in een context van horizontaliteit, de verbeelding kan bevorderen, vertrouwen kan genereren en nieuwe verhalen kan versterken die zich des te gemakkelijker verspreiden omdat ze beantwoorden aan een ware behoefte.
De conferentie was het hoogtepunt van Berliner Gazette’s jaarlijks project “Allied Grounds”, waarbij onderzoekers, activisten en culturele werkers in verschillende vormen en ontmoetingen betrokken waren met als doel het co-produceren van kennisbronnen, waaronder audio, video's en teksten. Neem hier een kijkje: https://berlinergazette.de/projects/allied-grounds/